Armoede & Onderwijs
Traject
Sinds een paar decennia wordt in de Europese welvaartsstaten veel aandacht besteed aan de bestrijding van kinderarmoede. Er kunnen niettemin veel vragen gesteld worden bij het prioritair stellen van kinderarmoedebestrijding en de wijze waarop dit gebeurt. Strategieën om (kinder)armoedebestrijding vorm te geven in (voor)schoolse voorzieningen variëren radicaal, en zijn gecontesteerd. Omdat het huidig Europees en bovenlokaal (kinder)armoedebeleid dreigt los te draaien van een algemeen sociaal beleid en gedegen onderwijsbeleid, kan dit leiden tot perverse effecten. Kinderen worden immers gemakkelijk als onschuldige slachtoffers en dus ‘deserving’ gepercipieerd.
Niettemin zijn arme kinderen ook altijd kinderen van arme ouders. Kinderen en jongeren zijn immers altijd economisch afhankelijk van volwassenen in de economische unit van het huishouden waarin ze leven. Volwassenen die in armoede leven worden in het beleid dat nu uitgestippeld wordt vaak geviseerd, geresponsabiliseerd, geculpabiliseerd en gesanctioneerd als ‘undeserving’ als ze de hen aangeboden ‘gelijke’ kansen onvoldoende verzilveren. Ook voor kinderen in armoede heeft dit op lange termijn mogelijk consequenties, want kleine kinderen worden groot.
In die geest is de proeftuin die Gent vormt met Onderwijscentrum Gent als spin in het web van haar uitgebreide scholennetwerk bijzonder boeiend. Scholen kunnen armoedeblind zijn en bijgevolg geen aandacht besteden aan de situaties waarin gezinnen en kinderen overleven. Daarnaast kan armoedebewustzijn, zoals dat in Gent het geval is, allerlei vormen aannemen als onderdeel van het (lokaal verankerd) schoolbeleid, variërend van flankerend naar meer structureel beleid.