Masterproefatelier Sint-Pietersabdij als Foodhub

De Sint-Pietersabdij is een zeer gekend en zichtbaar gebouw in Gent. De abdij kent een rijke geschiedenis waarin voedsel een belangrijke rol heeft gespeeld. Op het vlak van eten was de abdij als grondbezitter doorgaans heel goed voorzien. In principe was een abdij een zelfvoorzienend landbouwbedrijf, de wijngaard bestaat bijvoorbeeld al sinds de 9de eeuw, maar het gebruik van tot in het buitenland gelegen gronden werd vanzelfsprekend ook uitbesteed. Specerijen en wijn bijvoorbeeld, en zelfs vee of graan, werden vaak ingevoerd. De keten was dus ook in het verleden niet altijd even kort.
De abdij was ook een plek van culinair vakmanschap en innovatie. De monniken waren soms avontuurlijke foodies. Ze aten, zelfs op vastendagen, zeer rijkelijk en de abt-diplomaat verwende zijn gasten met nog uitgebreidere feestmalen. Het achttiende-eeuwse plankengewelf van de refter is niet voor niets beschilderd met bijbelscènes die met voedsel verband houden.

Hoewel er tegenwoordig nog steeds verschillende soorten fruit groeien in de tuin van de abdij, is de oorspronkelijke verbinding tussen de abdij en voedsel grotendeels verloren gegaan.
Met zijn intellectuele traditie en een deel van zijn prachtige binnen- en buitenruimten is de Gentse Sint-Pietersabdij een uitgelezen historische plek om ook vandaag te inspireren tot ontmoetingen en nieuwe perspectieven rond het thema voedsel, actueler dan ooit.
In dit masterproefatelier zullen we ons richten op de vraag hoe we van de abdij in de hedendaagse context van Stad Gent opnieuw een plek voor verbinding rond voedsel kunnen maken. Met als uitgangspunt het idee van een voedselhub, onderzoeken we of de abdij voor verbinding kan zorgen tussen wijkbewoners, tussen stad en platteland, tussen stadsdelen, tussen burgers en beleid, maar vooral tussen Gentenaren en hun voedsel.
We werken aan een specifieke case, maar tegelijkertijd raakt deze opgave ook aan bredere vraagstukken omtrent de transitie van het Gentse voedselsysteem. Met het concept van voedseldemocratie in gedachten, zullen we onderzoeken hoe we het voedselvraagstuk in Gent opnieuw kunnen politiseren en mensen terug meer controle kunnen geven over hoe en welk voedsel op hun bord komt.

https://stadsacademie.be/onderwijs/masterproefatelier-abdij/

Vak Duurzame Steden: Wonen in een klimaatvriendelijke Gentse rand

In het vak ‘Duurzame steden’ gaan we elk jaar in op een complex duurzaamheidsvraagstukken en voortbouwend op de logica van de Stadsacademie[1] betrekken we de kwestie op de Gentse context. Het jaarthema kan wisselen. Voorgaande academiejaren focusten we op het stedelijke voedselvraagstuk (2018-2019), korte keten (2019-2020), lokale duurzaamheidsstrategieën in Gentbrugge (2020-2021) en in het academiejaar 2021-2022 stond wonen in een klimaatvriendelijke 20ste-eeuwse Gentse rand centraal.

Gent groeit maar heeft het moeilijk om plaats te maken voor wie in de stad wil wonen. Dat leidt vooralsnog tot een oververdichting van de binnenstad en van de 19de-eeuwse gordel. In de 20ste-eeuwse Gentse rand is er potentieel ruimte om dicht bij de centrumfuncties te wonen. Ook al is de dichtheid er minder hoog dan in de binnenstad, toch is het niet zo makkelijk om hier plaats te ruimen voor nieuwe Gentenaars. Het terrein is bezet met morsige bedrijventerreinen en villawijken. Een boeiend spanningsveld dient zich echter aan: co-housers steken er hun neus aan het venster en bouwaanvragen liggen bij de gemeente om twee ruimte- en energieverslindende villa’s te vervangen door een appartement. Ook vinden we er zowel de erfenis van de koolstofstad als fragmenten van de post-koolstofstad naast elkaar. Op Michelin-kaarten, niet toevallig gesponsord door een bandenfabrikant, is dit de ruimte waarop de lijnen van de snelweg het dikst zijn aangezet. Koning auto staat nog steeds centraal, maar vandaag worden in diezelfde ruimte ook fietssnelwegen aangelegd en wordt op oude steenwegen een rijvak opgegeven voor een vrije busbaan of tram.

De 20ste-eeuwse rand is meer en meer een plek waar verschillende visies op de stad botsen. In academische en beleidskringen wordt stilaan duidelijk dat een sterke, brede en duurzame visie nodig is inzake de (her)ontwikkeling van de 20ste-eeuwe rand rond onze steden. Waar de focus tot voor kort lag op stadsvernieuwing in de 19de-eeuwse gordel (bv. Ledeberg, Brugse Poort, Rabot, Dampoort, etc.), ontstaan de voorbije jaren heel wat processen en instrumenten die ook focussen op de Gentse rand (bv. Gentbrugge, Zwijnaarde, Sint-Denijs-Westrem, Drongen, Mariakerke, etc.). De 20ste-eeuwse rand dwingt de stad en haar burgers om de stap naar de 21ste-eeuw te zetten, afscheid te nemen van de dromen van onze ouders en grootouders, en een post-suburbane toekomst te bedenken die breekt met de koolstofstad, met inname van open ruimte, met autoafhankelijkheid, met onnodige verharding etc.

Kortom, de 20ste-eeuwse wijken in de Gentse stadsrand zijn een potentieel laboratium om over verschillende duurzaamheidsuitdagingen en -transities tegelijk na te denken: kwaliteitsvol en betaalbaar wonen, verdichting en open ruimte, sociale uitsluiting en diversiteit, migratie en integratie, bereikbaarheid en mobiliteit, milieu en gezondheid, groen en biodiversiteit, etc. Om vanuit een voldoende scherpe en reële invalshoek deze verweven uitdagingen te verkennen, enkele analyses uit te voeren en kritisch te reflecteren, focusten we in dit vak niet alleen op wonen in de 20ste-eeuwse rand, maar ook op de cruciale, maar brede klimaatuitdagingen.

Zowel op internationaal niveau (bv. het klimaatakkoord van Parijs) als op lokaal niveau (bv. het klimaatplan 2020-2025 van de Stad Gent) worden streefdoelen naar voor geschoven om de opwarming van het klimaat te beperken tot 2°C of liefst 1,5°C. Gegeven de huidige emissietrends is volgens het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) reeds over 10 jaar ons zogenaamd koolstofbudget om beneden 1,5°C opwarming te blijven volledig opgesoupeerd. Streven naar klimaatneutraliteit in 2050 doet bijgevolg vragen oproepen. Het IPCC pleit alvast voor snelle en radicale ‘systeemtransities’ op vlak van o.a. elektriciteit, landgebruik, infrastructuur, mobiliteit en industrie om de opwarming onder controle te houden.

In het academiejaar 2021-2022 dachten we specifiek na over de dominante framing van het klimaatprobleem (dat zich ent op een globaal CO2-beheer), over de Gentse klimaatambities en strategieën op vlak van wonen en stadsontwikkeling, en over bestaande en noodzakelijke vertalingen in de praktijk binnen de 20ste-eeuwse Gentse stadsrand. Of nog concreter: welke stappen worden wel en niet gezet in de Gentse stadsrand op vlak van wonen en stadsontwikkeling? Wie moet of kan wat doen? Wat waar en wanneer wel of niet? En wat is bijvoorbeeld de zin en onzin van bepaalde lokale benaderingen om het klimaatvraagstuk aan te pakken? Etc.

We vertrokken niet bij de antwoorden, maar wel bij deze vragen en trachtten te achterhalen welke sleutelonzekerheden het vraagstuk bepalen. Aan de hand van aangereikte kaders namen we enkele stadsprojecten, woonexperimenten en andere niche-initiatieven in de 20ste-eeuwse Gentse rand onder de loep, ontwikkelden we mogelijke toekomstscenario’s 2), om tot slot te landen met normatieve stellingnames en oplossingsstrategieën voor deze Gentse rand gegeven de klimaatuitdagingen. Met dit geheel van opdrachten hopen we samen een beter zicht te krijgen op hoe klimaatvriendelijk wonen en duurzame stadsontwikkeling er wel en niet kan uitzien in de 20ste-eeuwse rand, welke transities zinvol kunnen zijn en hoe we op adequate wijze meerdere klimaatuitdagingen kunnen vertalen in robuust beleid.

https://stadsacademie.be/onderwijs/vak-duurzame-steden-wonen-in-een-klimaatvriendelijke-gentse-rand/

Masterproefatelier Diversiteit in sociaal wonen. Case Nieuw Gent

De komende 10 jaar zal de sociale woonwijk Nieuw Gent grondig veranderen. Met het stadsvernieuwingsprogramma 'Nieuw Gent Vernieuwt' zullen immers alle bestaande sociale woontorens (van de sociale woonmaatschappij WoninGent) worden afgebroken en vervangen door nieuwe huisvesting volgens een nieuw stedenbouwkundig plan. Ook de publieke ruimte en de voorzieningen zullen grondig worden herdacht en aangepakt. In dit masterproefatelier zullen wij deze grootschalige operatie in de uiterste diverse sociale woonwijk bestuderen en haar ruimtelijke en sociale doelstellingen en gevolgen van dichtbij en in samenwerking met betrokken stakeholders onderzoeken.

Dit masterproefatelier 'Diversiteit in Sociale Huisvesting' loopt al voor het derde academiejaar en werkt in algemene zin rond het woningvraagstuk in de stad Gent (eerder werkten we al op de sociale hoogbouwwijk Watersportbaan en sociale tuinbouwwijk St Bernadette in Gent. Ieder academiejaar bouwt verder op de lessen, resultaten en inzichten van de voorbije jaren.

De grondige vernieuwing van de wijk Nieuw Gent met daaraan gekoppelde verhuisoperatie deed al heel wat stof opwaaien. Ze roept heel wat belangrijke vragen op bij de verschillende stakeholders en het is de ambitie van de Stadsacademie die samen met hen nader te onderzoeken en nieuwe scenario's en beleidsaanbevelingen te ontwikkelen: hoe kan de nieuwe wijk een sociaal duurzame woonwijk worden? Wat met de bewoners die uit hun huis gezet worden? Hoe moet de nieuwe wijk er stedenbouwkundig uitzien en hoe zal ze binnen het bredere stedenbouwkundige ensemble van de omliggende buurten, infrastructuur, stedelijke voorzieningen en groenassen geïntegreerd worden? Wat zijn de voordelen van nieuwbouw tegenover renovatie en hoe kunnen de wachtlijsten in de sociale huisvesting worden ingekort in tijden van een grote renovatieopdracht? Hoe kan zo’n wijk duurzaam worden opgebouwd op vlak van warmtenet, circulaire economie en autodelen en hoe kan de wijk op een participatieve manier tot stand komen? Hoe kunnen mensen met zeer verschillende achtergronden samenleven en welke infrastructuur van ontmoeting kan hen (beter) samenbrengen? En in tijden van de COVID-19 pandemie niet te vergeten: Hoe zit het met de buurtgezondheidsvoorzieningen in de wijk?

Doorheen het academiejaar betrekken we in een aantal interne en publieke (online) workshops kernorganisaties zoals de sociale huisvestingsmaatschappij WoninGent, het stadsontwikkelingsbedrijf SoGent en de Dienst Wonen van de Stad Gent, nodigen we keynote speakers uit de academische wereld en het middenveld uit, en organiseren we publieke evenementen om een publiek debat op gang te trekken. Ook plannen we (indien de maatregelen tegen het coronavirus het toelaten) een aantal studiebezoeken ter plaatse om in gesprek te gaan met sociale initiatieven in te wijk (zoals Campus Atelier) en buurtbewoners. De bedoeling om de eindresultaten van de masterproeven en het gezamenlijke leerproces te valoriseren in de vorm van bijvoorbeeld een tentoonstelling.

Foto: Luce Beeckmans

https://stadsacademie.be/onderwijs/masterproefatelier-diversiteit-in-sociaal-wonen-case-nieuw-gent/

Masterproefatelier Diversiteit in sociale huisvesting. Case Sint-Bernadettewijk

Hoewel zowel sociale huisvesting als het diversiteitvraagstuk de laatste tijd erg veel in het nieuws aan bod komen, zijn beiden samen tot op heden nog maar weinig verkend en al helemaal niet vanuit de architectuur en stedenbouw. Nochtans kennen de meeste grootschalige sociale huisvestingswijken die het licht zagen na WOII een bijzonder diverse bevolkingssamenstelling. Hoewel ze vaak worden geconcipieerd als wijken zonder 'sociale mix' (in de klassieke zin van inkomensmix of housing tenure mix), zijn het in realiteit de meest superdiverse stedelijke woonwijken. Bovendien werden de sociale woonwijken destijds bedacht voor een vrij homogene populatie (en als volkshuisvesting in plaats van sociale huisvesting). De cruciale vraag is dan wat deze demografische shift betekent voor deze sociale huisvestingsprojecten? Het sociaal huisvestingspatrimonium is bovendien niet enkel langzaam onaangepast aan de diversiteit aan bewoners, het is ook in slechte staat en vraagt om vernieuwing en er is nood aan extra aanbod om wachtlijsten weg te werken. Dit vraagt om het herdenken van woningtypes, om het herdenken van stedenbouwkundige modellen voor de inpassing, en om het herdenken van mogelijke instrumenten om de verbreding en diversiteit te realiseren.

In dit atelier focussen we specifiek op de sociale tuinwijk St Bernadette in Gent, eigendom van sociale huisvestingsmaatschappij WoninGent. Deze tuinwijk uit 1923 deed heel wat stof opwaaien in de media sinds de woningen in 2018 door een Pano-reportage als ‘schimmelwoningen’ geportretteerd werden. Na een omstreden besluitvorming, zal de tuinwijk volledig gesloopt en vervangen worden door een 21ste-eeuws tuinwijkproject. Met de studenten en stedelijk actoren blikken we vooruit op de toekomst van de wijk vanuit verschillende perspectieven: woontypologie, bewonerstoe-eigening, collectieve voorzieningen, bovenlokale verbinding, participatie, moreel beraad en burgerschap.

https://stadsacademie.be/onderwijs/masterproefatelier-diversiteit-in-sociale-huisvesting-case-st-bernadette/

Masterproefatelier Wonen in diversiteit. Case Watersportbaan

Hoewel zowel sociale huisvesting als het diversiteitvraagstuk de laatste tijd erg veel in het nieuws aan bod komen, zijn beiden samen tot op heden nog maar weinig verkend en al helemaal niet vanuit de architectuur en stedenbouw. Nochtans kennen de meeste grootschalige sociale huisvestingswijken die het licht zagen na WOII een bijzonder diverse bevolkingssamenstelling. Hoewel ze vaak worden geconcipieerd als wijken zonder 'sociale mix' (in de klassieke zin van inkomensmix of housing tenure mix), zijn het in realiteit de meest superdiverse stedelijke woonwijken. Bovendien werden de sociale woonwijken destijds bedacht voor een vrij homogene populatie (en als volkshuisvesting in plaats van sociale huisvesting). De cruciale vraag is dan wat deze demografische shift betekent voor deze sociale huisvestingsprojecten? Het sociaal huisvestingspatrimonium is bovendien niet enkel langzaam onaangepast aan de diversiteit aan bewoners, het is ook in slechte staat en vraagt om vernieuwing en er is nood aan extra aanbod om wachtlijsten weg te werken. Dit vraagt om het herdenken van woningtypes, om het herdenken van stedenbouwkundige modellen voor de inpassing, en om het herdenken van mogelijke instrumenten om de verbreding en diversiteit te realiseren.

In dit atelier focussen we specifiek op de sociale hoogbouwwijk Watersportbaan in Gent. De woonblokken aan de Watersportbaan werd gebouwd van 1959 tot 1965. Het modernistisch geïnspireerde urbanisatieplan voorzag de bouw van elf blokken met ca. 1.300 appartementen op slechts 14% bebouwde oppervlakte. De oost-west georiënteerde inplanting liet nog veel ruimte voor groen, recreatie en voorzieningen. Het stadsbestuur verkocht de loten bouwgrond aan zes verschillende huisvestingsmaatschappijen die actief waren in Gent: de Gentse Maatschappij voor de Huisvesting, De Goede Werkmanswoning, Volkshaard, De Gentse Haard, de Oost-Vlaamse Huurderscoöperatie en de Huisvestingsmaatschappij van Vlaanderen. In praktijk werden de geplande gemeenschappelijke voorzieningen beperkt gerealiseerd omwille van budgettaire redenen. Vandaag zijn de woontorens in eigendom van vier huisvestingsmaatschappijen, namelijk WoninGent, De Gentse Haard, de Volkshaard en ABC. Enkele torens waaronder ‘Dennenhof’ en ‘Rozenhof’ van de Volkshaard werden gerenoveerd in 2010, de hoogbouwtoren ‘Belvédère’ van ABC in 2015. De hoogbouwtorens van WoninGent en De Gentse Haard verkeren vandaag in een mindere staat en enkelen zullen in de nabije toekomst worden vervangen. Bovendien bestaat er tot op heden geen masterplan om de site op een meer gestructureerde manier te herdenken. In dit masterproefatelier kijken we of een verbreding en vernieuwing van het woonaanbod mogelijk is in de toekomst.

https://stadsacademie.be/onderwijs/masterproefatelier-wonen-in-diversiteit-2/

Onderzoeksatelier Meer stad buiten de stad

De centrale vraag van dit onderzoeksatelier is welke rol de 20ste eeuwse gordel kan innemen binnen de stadsregio en hoe het zich op succesvolle manier kan mengen in de klassieke strijd tussen stad en groene rand? Dit atelier focust zich op de stadsrand. Om de diversiteit en de verandering ervan in beeld te brengen onderzoeken we één deelgebied in de Gentse stadsrand langsheen de passage van de E17. De opgave voor het atelier stadsrand richt zich op het in beeld brengen en verkennen van concrete ontwikkelingskansen, en dit aan de hand van van vier gerichte deelonderzoeken. Deze vier deelonderzoeken schetsen op welke manier de stadsrand door gerichte ingrepen op een meer stedelijke leest kan geschoeid worden. Daarbij staat niet het beeld van de compacte binnenstad voorop maar wel de zoektocht naar een steviger collectieve basis. Daarmee doelen we op meer collectieve vormen van wonen, een publiek domein waarin de verschillende stedelijke schalen elkaar beginnen overlappen, een stedelijk bedieningsniveau voor openbaar vervoer, een beter uitgebouwd voorzieningenapparaat dat de bevolkingsgroei volgt, de nodige groen en recreatieruimte, de nodige vernieuwing die de stad voorbereid op de gevolgen van klimaatverandering etc. Waar de stadsvernieuwing van de afgelopen twintig jaar via verdichtingsoperaties een intensievere bewoning van de bestaande stad organiseerde om zo de voordelen van stedelijk wonen met meer mensen te delen, komt het er vandaag op aan om meer stad te maken, meer ruimte waarin die stedelijke voordelen voorhanden zijn.

https://stadsacademie.be/onderwijs/onderzoeksatelier-meer-stad-buiten-de-stad/

Vak Duurzame Steden: Duurzame stadsontwikkeling in Gentbrugge

In het vak ‘Duurzame steden’ staan complexe Gentse duurzaamheidsvraagstukken centraal. Het jaarthema wisselt en in het academiejaar 2020-2021 wordt gefocust op duurzame stadsontwikkeling in de 20ste-eeuwse Gentse rand centraal.

Gent groeit maar heeft het moeilijk om plaats te maken voor wie in de stad wil wonen. Dat leidt vooralsnog tot een oververdichting van de binnenstad en de 19de-eeuwse gordel. In de 20ste-eeuwse Gentse rand is er potentieel ruimte om dicht bij de centrumfuncties te wonen. Ook al is de dichtheid er minder hoog dan in de binnenstad, toch is het niet zo makkelijk om hier plaats te ruimen voor nieuwe Gentenaars. Het terrein is bezet met morsige bedrijventerreinen en villawijken. Een boeiend spanningsveld dient zich echter aan: co-housers steken er hun neus aan het venster en bouwaanvragen liggen bij de gemeente om twee ruimte- en energieverslindende villa’s te vervangen door een appartement. Ook vinden we er zowel de erfenis van de koolstofstad als fragmenten van de post-koolstofstad naast elkaar. Op Michelin-kaarten, niet toevallig gesponsord door een bandenfabrikant, is dit de ruimte waarop de lijnen van de snelweg het dikst zijn aangezet. Koning auto staat nog steeds centraal, maar vandaag worden in diezelfde ruimte ook fietssnelwegen aangelegd en wordt op oude steenwegen een rijvak opgegeven voor een vrije busbaan of tram.

Deze rand is meer en meer een plek waar verschillende visies op de stad botsen. In academische en beleidskringen wordt duidelijk dat een sterke, brede en duurzame visie nodig is inzake de (her)ontwikkeling van de 20ste-eeuwe rand rond onze steden. De Gentse stadsrand is dan ook een potentieel laboratorium om over verschillende duurzaamheidsuitdagingen en -transities tegelijk na te denken: kwaliteitsvol en betaalbaar wonen, verdichting en open ruimte, sociale uitsluiting en diversiteit, migratie en integratie, bereikbaarheid en mobiliteit, milieu en gezondheid, groen en biodiversiteit, etc. Om vanuit een voldoende scherpe en reële invalshoek deze verweven uitdagingen te verkennen, enkele analyses uit te voeren en kritisch te reflecteren, focussen we in dit vak op één specifiek gebied, met name de Gentse deelgemeente Gentbrugge. Specifiek willen we nadenken over de zin en onzin van een lokale aanpak. In hoeverre kunnen duurzaamheidstransities vanuit lokale processen en initiatieven beïnvloed worden? Waar en wanneer wel of niet? Welke ontsnappen aan een wijk- of gebiedsgerichte aanpak? En welke strategieën tekenen zich daarbij af en wat mogen we ervan verwachten? Stellen we onze hoop op de ‘commons’, een wijkmunt, wijkbudgetten, eco-wijken, nieuwe vormen van commerciële dienstverlening, deeleconomie, etc.

We vertrekken niet bij de antwoorden, maar wel bij de vraag en proberen te achterhalen welke sleutelonzekerheden het vraagstuk bepalen. Aan de hand van aangereikte kaders nemen we enkele stadsprojecten en niche-initiatieven in Gentbrugge onder de loep, ontwikkelen we mogelijke toekomstscenario’s (bv. wat als we de E17 hier wegdenken?) en denken we na over normatieve toekomstbeelden en enkele specifieke oplossingsstrategieën voor deze Gentse deelgemeente. Met dit geheel van opdrachten hopen we samen met de studenten en Gentse beleidsmakers een beter zicht te krijgen op hoe duurzame stadsontwikkeling er wel en niet kan uitzien in de 20ste-eeuwse gordel, welke transities zinvol kunnen zijn en hoe we op adequate wijze meerdere duurzaamheidsuitdagingen kunnen vertalen in robuust beleid.

https://stadsacademie.be/onderwijs/vak-duurzame-steden-duurzame-stadsontwikkeling-in-gentbrugge/

Lezing Mobility justice across scales

Who moves freely? Who gets stopped? In this talk, Mimi Sheller offers an overview of how the regimes of power that govern movement produce inequality and differential mobilities at all levels.

On a local level where the circulation of people, resources, and information privileges elites, while preventing access and endangering the poor. On an urban scale, with questions of public transport, “the right to the city,” sustainable mobilities, and “green gentrification.” On the planetary level, where tourists and wealthy elites roam freely, while migrants and those most in need are imprisoned at the borders or sent back to zones of violence and climate disaster.

The struggle for mobility justice must connect the body, street, city, nation, and planet; and can forge new connections among social movements.

Mimi Sheller, Ph.D., is Professor of Sociology and Director of the Center for Mobilities Research and Policy at Drexel University in Philadelphia. Together with John Urry, she helped to establish the new interdisciplinary field of mobilities research. She is author of multiple articles and books, including Mobility Justice: The Politics of Movement in an Age of Extremes (Verso, 2018).

https://stadsacademie.be/sessie/lezing-mobility-justice-across-scales/

Stadsacademiesessie Mobiel zonder auto

Met de invoering van het nieuw circulatieplan, toont stad Gent de ambitie om het hoofd te bieden aan de toenemende mobiliteitsdruk op de binnenstad. Wanneer we de focus enkele kilometers verleggen en inzoomen op het gebied dat zich opspant tussen de kleine en de grote ring, is die scherpe visie er nog niet.

De stadsrand bevindt zich vooralsnog buiten de lokale discussie. Nochtans zullen de twintigste eeuwse wijken de komende jaren meer en meer het onderwerp vormen van stadsontwikkeling en – verdichting. Binnen dit debat stellen we de vraag in hoe mobiliteitsgestuurd plannen een sleutel kan vormen binnen een toekomstig verstedelijkingsperspectief. Nog meer dan in de binnenstad betekent dit denken voorbij de auto, voorbij de carbon stad die net in die stadsrand vorm kreeg.

Hoe maken we de slag naar hoogwaardig en stedelijk georiënteerd openbaar vervoer? Waar vormt de fiets de sleutel voor verdere verstedelijking? Welke stedelijke projecten zijn er mogelijk wanneer we de passage van de E17 tussen de kleine en de grote ring weghalen? Hoe verschuift de betekenis van de grootschalige functionele enclaves, bedrijventerreinen en campussen bij een veranderend mobiliteitspatroon?

Als we in de toekomst mobiel willen blijven moeten we durven denken voorbij het status quo van de auto-afhankelijke stadsrand. Nadenken over mobiliteit van ring tot ring, is nadenken over nieuwe infrastructuur en nieuwe platformen van waaruit we mobiliteit organiseren, met andere rollen voor overheid, markt en civiele partijen.

De avond begint met een lezing, gevolgd door een publiek debat.

https://stadsacademie.be/sessie/stadsacademiesessie-mobiel-zonder-auto/

Onderzoeksproject Baudelo: sociaal-ruimtelijk onderzoek

Organisatoren
Medewerkers/onderzoekers verbonden aan Architecture Workroom Brussels (AWB, Els Vervloesem en Heleen Verheyden) en onderzoekers verbonden aan de vakgroep Sociaal Werk en Sociale Agogiek (UGent, Griet Roets, Evelyne Deceur en Emmely Swinnen) in opdracht van Team Gents Stadsbouwmeester (Mattias Blondia), Dienst Stedelijke Vernieuwing (Maurits Vandegehuchte), en Dienst Facility Management (Michaël Stas)

Inhoud
Met het Baudelo project wil de Stad Gent een nieuwbouw realiseren, waarin een mix van zorg- en welzijnsvoorzieningen in combinatie met functies gericht op kinderen en jongeren wordt voorzien. Voor het Baudelo project werd gekozen om voorafgaand aan de opmaak van de projectdefinitie voor een architectuuropdracht, een sociaal-ruimtelijk onderzoek te voeren. Dit sociaal-ruimtelijk onderzoek had de doelstelling om, rekening houdend met de ruimtelijke randvoorwaarden, na te gaan:
• welke gebruikers al dan niet, en op welke manier verenigbaar zijn binnen eenzelfde gebouwenvolume en hoe het ontwerp hierop dient te worden afgestemd;
• welke mogelijkheden er zijn voor gedeeld gebruik tussen gebruikers;
• hoe het project zich dient te verhouden tot de buurt;
• op welke manier een gericht beheer kan voorzien worden

De meerwaarde van sociaal-ruimtelijk onderzoek houdt in dat in een vroeg stadium in het stadsproject de sociaal-ruimtelijke dimensie proactief in rekening gebracht kan worden. Eens een stadsgebouw er staat, wordt het immers in gebruik genomen door een diversiteit van gebruikers en bezoekers in een wisselwerking met de ruimere omgeving. De bedoeling van het sociaal-ruimtelijk onderzoek was dan ook om na te gaan hoe het Baudelo project kan bijdragen aan goede onderlinge verstandhoudingen tussen gebruikers, bezoekers en de buurt in plaats van verzuring en overlast te veroorzaken.

In die geest werd in het onderzoek een reconstructie van de historiek en eigenheid van de buurt, het gebruikersperspectief, en de synergie met de ruimere omgeving centraal gesteld. Zowel de individuele als collectieve capaciteit, noden, behoeften, aspiraties en ambities van de diverse actuele en toekomstige stakeholders – gebruikers, bezoekers en de buurt – werden bevraagd. Via ontwerpend onderzoek werden gevoelige discussies rond ‘het gezicht’ van het gebouw, de toegang, gedeeld ruimtegebruik, afzonderbare ruimte, privacy, het beheer van het gebouw, het toekomstige organisatiemodel enz. bespreekbaar gemaakt met een grote diversiteit aan toekomstige gebruikers.

https://stadsacademie.be/onderzoek/baudelo-sociaal-ruimtelijk-onderzoek/

Atelierreeks Take Care! (On)zichtbare zorg als sociaal-ruimtelijk vraagstuk

Inhoud en type van de activiteit
Via een vijfdelige atelierreeks van lezingen en workshops (2019-2021) verkenden we twee grote ontwikkelingen in het Vlaams zorg- en welzijnsbeleid van de laatste jaren: de vermaatschappelijking van de zorg en de omslag naar een persoonsvolgende financiering. In beide ontwikkelingen ligt de nadruk op zelfstandigheid van de zorgvrager in de samenleving, en is het uitgangspunt een doorgedreven samenspel tussen formele en informele zorg. Deze ontwikkelingen manifesteren zich uitdrukkelijk in de manier waarop we de ruimte voor zorg inrichten in vormgeven.

In de drie laatste ateliers gaan we vervolgens dieper in op sociaal-ruimtelijke deelopgaven bij de implementatie van deze beleidsaccenten. In het atelier ‘Tussen thuis en instelling’ staan we stil bij de transities in wonen, in het atelier ‘Zorg voor de buurt’ focussen we op de synergie en inbedding van zorg in het sociaal weefsel van woonzorgomgevingen, en in het laatste atelier ‘Voorbij de afzondering van de uitzondering’ gaan we op zoek naar de gevolgen van de vermaatschappelijking in de residentiële zorg.

De atelierreeks bouwt verder op de inzichten die eerder met de pilootprojecten ‘Onzichtbare zorg’ zijn ontwikkeld. De doelstelling is om de uitgebreide kennis en ervaring bij een grote diversiteit van betrokken partijen te verbreden en te verdiepen, om zo verder de weg te bereiden voor een vermenigvuldiging van vernieuwende initiatieven en praktijken in de toekomst.

https://stadsacademie.be/sessie/atelierreeks-take-care-onzichtbare-zorg-als-sociaal-ruimtelijk-vraagstuk/

Circulair bouwen

De Universiteit Gent bezit een patriomonium dat deels verouderd is, en niet altijd beantwoord aan de huidige vragen van onderwijs en onderzoek. Renovatie en nieuwbouw zijn nodig. In het streven naar een klimaatneutrale en duurzamere campus dient dit zo circulair, energie-efficient en duurzaam mogelijk te gebeuren.
Daarom gaan we binnen het traject Circulair Bouwen met studenten, docenten, de Dienst Gebouwen en Facilitair Beheer, de Afdeling Milieu en externen aan de slag met de volgende vragen: hoe maak je de afweging tussen renovatie en nieuwbouw? Is het mogelijk om gebouwen op een circulaire manier af te breken? Hoe bouw je voor een duurzamere en circulaire toekomst? Hoe stimuleer je duurzame & circulaire technologiën en infrastructuur? Hoe kan de universiteit zich anders organiseren om duurzaam en circulair bouwen te faciliteren?

https://stadsacademie.be/traject/circulair-bouwen/