Future Heritage
Het landbouwgrond bezit maakt deel uit van het historisch patrimonium van de stad dat via zorginstellingen zoals de Bijloke abdij uiteindelijk in eigendom van de stad Gent kwam. Esther Beeckaert en Hans Vandermaelen die het eerste masterproefatelier rond publieke grond trokken werken op dit moment samen met het STA.M aan een tentoonstelling over het stedelijk landbouw patrimonium in Gent. De tentoonstelling wil de vraag beantwoorden wanneer en waarom Gent in landbouw patrimonium investeerde. Daarmee richten zij de blik op een aspect van de stad dat we vandaag niet zien, en al zeker niet meenemen in het denken over de toekomst van die stad, de collectieve investering in infrastructuur, gronden en panden die deel zijn/waren van een stedelijk voedselsysteem. De tentoonstelling ontrafelt de motivaties achter de investering, die zijn zowel ecologisch, sociaal, financieel als landbouwkundig.
In het masterproef atelier projecteren we diezelfde vraag op het heden en naar de toekomst. Wat betekent het vandaag om in stedelijk patrimonium voor landbouw te investeren. Wat is het toekomstig erfgoed van een stad als Gent die stedelijk voedselbeleid hoog in het vaandel draagt.
Publieke grond als hefboom
De discussie over de toekomst van het stedelijk landbouwpatrimonium kan zich niet beperken tot de analyse van het huidig landbouwgrond bezit. De koppeling tussen dit landbouwpatrimonium en het huidig voedselbeleid beperkt zich vooralsnog te veel tot de vraag over welke activiteit op deze gronden zou kunnen worden geprojecteerd. Zonder afbreuk te doen aan de kwaliteit en verdienste van projecten zoals De Goedinge die door de stad op OCMW grond worden ondersteund, mist deze projectmatige benadering de kern van wat een publieke grondstrategie zou kunnen bijdragen aan de transitie naar een duurzame agroecologische landbouw.
In dit masterproefatelier willen we kijken naar nieuwe externe referentiepunten om zich tot het publiek grondvraagstuk te verhouden. We proberen nieuwe claims op die grond te definiëren, die van het publiek patrimonium een hefboom moeten maken voor de transitie naar een agroecologische landbouw in de stadsrand. De resultaten van het net afgeronde Urbanising In Place onderzoeksproject vormen daarbij de directe aanleiding. In dit onderzoek werden 8 bouwblokken gedefinieerd voor een agroecologische stedenbouw, 8 ontbrekende schakels voor een stedelijke organisatie die duurzame landbouw als integraal onderdeel van de stedelijke samenleving ziet, eerder dan iets wat gedoemd is om te verdwijnen zodra stads ontwikkeling vaart wint. (urbanisinginplace)
4 werkvelden
In het masterproefatelier kijken we in het bijzonder naar 4 werkvelden waarin we concrete aanleidingen zien om stedelijke voedselbeleid en de ontwikkeling van publiek landbouw patrimonium met elkaar te verbinden:
1. de ontwikkeling van gemeenschappelijke infrastructuur voor het sluiten van nutriënten-cycli op landschapsniveau. Kan publieke grond een rol spelen in de ondersteuning van aspecten van bodemzorg die boeren in het gefragmenteerde verstedelijkte landschap onmogelijk op bedrijfsniveau kunnen bolwerken?
2. de grondgebonden buurtkeuken – publieke grond voor de de-commodificatie van voedsel. Kan publieke grond een rol spelen in het organiseren van solidariteit tussen voedselinitiatieven op buurtniveau en boeren in de stadsrand?
3. het gezamenlijk gebruik van landbouwgrond voor de winning van drinkwater en de productie van voedsel. Kan publiek grond bijdragen aan de economische leefbaarheid van boeren die hun activiteiten aanpassen aan specifieke ecologische vereisten.
4. de ontwikkeling van een geïntegreerd grondbeleid door gemeentelijke zorginstellingen voor de productie van voedsel voor consumptie binnen de instelling. Krijgen we OCMW zorginstellingen opnieuw geïnteresseerd in hun eigen landbouwpatrimonium.
De blik op voedsel als patrimonium en infrastructuur is tevens het onderwerp van een summerschool met dezelfde titel ‘future heritage’ die zal plaats vinden van 8-15 juli 2023 in het kader van het Erasmus+ project Aesop4Food waarin de stadsacademie een partner is.