STADSACADEMIE is een platform voor samenwerking tussen Universiteit Gent en stedelijke actoren rond Gentse duurzaamheids­kwesties via transdisciplinair onderzoek en onderwijs.

Gent heeft een lange traditie van ambitieuze stadsvernieuwing. De stad ontving zelfs een URBACT good practice-label voor haar gebiedsgerichte stadsvernieuwingsprogramma’s: een manier van werken die op middellange termijn inzet op verschillende sporen tegelijk, en zo wil loskomen van louter project-denken. Toch stelt de praktijk een hardnekkige uitdaging: hoe zorg je ervoor dat stedelijke transformatie en sociale kwesties elkaar vinden? Want Gent zet ook in op mensgericht plannen, maar zoekt tegelijk naar manieren om dat concreet te maken.  

Wat mensgericht plannen betekent voor het stadsvernieuwingsbeleid, werd als vraagstuk door de dienst Stedelijke Vernieuwing en de dienst Beleidsparticipatie als vraagstuk in de Stadsacademie gebracht. Gent is een bijzondere plek om hiermee aan de slag te gaan. De sterke tandem tussen programma-regie, wijk-regie (waar sinds 2020 ook sociale regie in geïntegreerd zit), vertaalt zich onder andere in de onderbouwing van plannen via sociaal-ruimtelijk onderzoek, onder andere in verkennende onderzoeken voor het Stadsgebouw Baudelo en voor de stationsomgeving Gent-Sint-Pieters. Toch is er de vaststelling dat sociale noden vaak in de schaduw blijven van harde ruimtelijke kwesties als mobiliteit, vastgoed, inrichting van het publiek domein, etc.  

De gezamenlijke zoektocht in de Stadsacademie leverde een nieuwe invalshoek op: misschien moeten we de klassieke vraag omkeren. Niet hoe bewoners kunnen participeren in het stedelijk beleid, maar hoe het beleid kan participeren in de wijk.  

Die omkering klinkt eenvoudig, maar heeft verstrekkende gevolgen. Het vraagt methodieken die aansluiten bij de feitelijke veranderingen in buurten en de dynamieken die daar al aanwezig zijn. Een eerste proeftuin daarvoor lag in Sluizeken-Tolhuis-Ham. In de aanloop naar het nieuwe stadsvernieuwingsprogramma voor die wijk organiseerden we gesprekstafels met buurtactoren om te onderzoeken waar kennis en beleid vandaag tekortschieten. Het beeld dat daaruit naar voren kwam, was scherp: veel nieuwkomers vinden hun weg niet in de wijk, noch in het formele wooncircuit, noch in het zorgnetwerk. Mensen worden letterlijk doorgeschoven tussen verschillende opvangvormen. De kern van het probleem lag vaak in een onaangepaste wooninfrastructuur. Het resulteerde in een sociaal-ruimtelijke studie, uitgevoerd door eco-city (Hogent). Zij  brachten de woonpaden van kwetsbare groepen in de wijk gedetailleerd in kaart. Die diagnose maakte het verband zichtbaar tussen wonen, zorg en welzijn, en leverde tegelijk concrete handvatten om meer verbindend te werken, te beginnen bij de publieke ruimte. 

Een tweede concrete aanleiding om het mensgerichte perspectief vorm te geven lag in de Bloemekenswijk. Daar koos de Stadsacademie voor een andere aanpak. In plaats van enkel een diagnose werd er een uitgebreide nota Plaats — Platform — Experiment opgemaakt, door Stad Gent en UGent samen geschreven, om te onderzoeken hoe sociaal-ruimtelijk denken kan worden verankerd in de uitvoering van een toekomstig stadsvernieuwingsprogramma, en hoe de verhouding tussen Stad en wijk daarin anders kan zijn. Stadsvernieuwing kan niet zomaar in handen van de wijk worden gelegd: er is professionele expertise en sturing van bovenaf nodig, en er zijn doelstellingen die de schaal van de wijk overstijgen. Maar omgekeerd kan beleid evenmin slagen zonder de ervaring en energie van bewoners. 

Het resultaat is een model dat het beleid uitnodigt om zich anders in de wijk te verankeren. Het vertrekt van de plaatsen waar feitelijke verandering aan de gang is, en onderzoekt welke dynamieken daar samenkomen: wonen, zorg, mobiliteit, economie. Het zoekt duurzame samenwerking rond centrale kwesties waar meerdere actoren belang aan hechten, niet via eenmalige inspraakmomenten, maar via een volgehouden platformwerking. En het sluit aan bij bestaande buurtmobilisatie om daar experimenteerruimte rond te creëren. Plaats, platform en experiment dus, als drievuldigheid van mensgerichte stadsverneiuwing. 

Concreet werden er voor de Bloemekenswijk werden vijf werksporen geïdentificeerd die zich daartoe lenen. Voor sommige bestaat al een embryonale werking, zoals de Denktank Ghislain. Andere, zoals buurt-voedsel-infrastructuur en een gebiedsgerichte aanpak van onderbescherming (Buurt in eerste lijn) krijgen in 2025 en 2026 verder vorm, respectievelijk via een masterproefatelier en een onderzoeksproject binnen de Stadsacademie. 

Deze Gentse zoektocht legt een bredere uitdaging bloot die ook voor andere steden geldt. Hoe zorgen we dat stadsontwikkeling niet alleen gaat over stenen en mobiliteit, maar over mensen en hun leefwerelden? Hoe krijgt de menselijke maat systematisch een plek in stedelijke transformatie? Dat vraagt meer dan participatieprocedures voor bewoners; het vergt dat steden zelf durven participeren in het leven van hun wijken. Het vergt tijd, nabijheid en de bereidheid om beleid te laten meebewegen met wat lokaal aan de gang is. Mensgerichte stadsvernieuwing is geen zachte franje bovenop de harde dossiers, maar een noodzakelijke voorwaarde voor duurzame, inclusieve stedelijke ontwikkeling. Het is dus niet of we deze omslag moeten maken, maar hoe snel we bereid zijn het paradigma te kantelen.